Het werk van Maria laat zich niet makkelijk in één hokje stoppen. Het is op allerlei vlakken veelzijdig: rijk materiaalgebruik, verschillende thema’s, uitingsvormen en technieken, bonte en ingetogen kleuren, plat werk en driedimensionaal. Het is er allemaal. En ondanks deze verscheidenheid is alles in balans.

Maria: ‘Ik houd van experimenteren, dat maakt dat ik zoveel verschillend werk heb. Maar in alles wat ik creëer, streef ik altijd naar evenwicht en rust. Als ik een tweeluik schilder bijvoorbeeld, dan moeten de lijnen doorlopen. Ook de kleuren moeten kloppen. Het werk moet onderling blijven communiceren.’

Een nieuw werk ontstaat meestal vanuit het object zelf. Er bestaat geen vooraf bedacht plan. ‘Ik leg een aantal dingen bij elkaar en kijk wat er intuïtief ontstaat. Als ik te snel klaar ben, dan weet ik: het is niet goed. Dus ik probeer altijd te kijken hoe het beter kan. Wat vraagt het werk? Daar kan ik soms lang op broeden. Het is een heel proces.’

De materialen die Maria gebruikt zijn deels gekocht en deels gevonden. Maria: ‘Maar kopen is eigenlijk ook een soort van vinden. Als ik hardop “mooi” zeg, dan wordt het ook iets. En als ik interessant spul op straat zie liggen, dan gaat het zeker mee. Mijn moeder zei altijd “Wie met zijn armoe geen raad weet, is het niet waard dat hij het heeft.” Ik voel me rijk want ik maak van niets iets.’

Heel tevreden is Maria over haar net gerealiseerde tweeluik Heksenkring. ‘In dit werk heb ik allerlei materialen gebruikt. De vingers van leren handschoenen, stof en kraaltjes. De parelmoerkleurige knopen komen uit de knopendoos van mijn moeder. Dat maakt het extra bijzonder. Sommige knopen moest ik wel overschilderen om de eenheid in kleur te bewaken.’

Overal in het huis staan en hangen kleurrijk omlijste spiegeltjes. ‘Het begon in 2019 met een spiegeltje van de Action. Het is best een werk om die lijstjes goed passend te krijgen. Spiegels intrigeren me: je ziet altijd maar een stukje van het geheel. Ik probeer allerlei verschillende constructies uit en gebruik ze bijvoorbeeld ook in de kijkkastjes die ik maak. Iedere keer breng ik project weer wat verder.’

Op het moment legt Maria – noodgedwongen vanwege nekpijn – de laatste hand aan haar serie knikkermacramé. ‘Prachtig toch hoe het licht in die glazen knikkers valt. Ze hangen in de tuin en vanaf de bank geniet ik van het kleuren- en lichtspel.’ Niet alles hoeft van Maria kunst te zijn. ‘Kunst is leuk voor je ego, maar fröbelen moet ook mogen. Als het maar iets is. Wat mijn stijl is? Geen idee… Ik weet wel dat het Maria is!’